Wat is de betekenis van beugel?

2024-04-17
Orthodontisch woordenboek

Dr. H.J. Remmelink (2022)

Beugel

Hulpmiddel voor het verplaatsen van gebitselementen of (delen van) kaken. In het vakgebied zelf wordt vaak de naam apparaat of apparatuur in plaats van beugel gebruikt.

2024-04-17
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

beugel

(17e eeuw) (euf.) vrouwelijk geslachtsdeel. Betekent eigenlijk: ijzeren ring. • (Hans Heestermans: Erotisch Woordenboek. 1977, citeert M. Van Merwede: Uyt-heemsen oorlog, ofte Roomse min-triomfen. 1651)

2024-04-17
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

beugel

beugel - Zelfstandignaamwoord 1. (techniek) U-vormige metalen voorwerp (dan half-open) maar ook (metalen) ring de loodgieter bevestigde de leiding met een beugel op de muur 2. verende en scharnierende ring tot sluiting van een fles 3. (medisch) hulpmiddel waarmee de stand van het gebit kan...

2024-04-17
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

beugel

beugel - zelfstandig naamwoord uitspraak: beu-gel 1. band die iets op zijn plaats moet houden of krijgen ♢ veel kinderen hebben een beugel om hun tanden 1. dat kan niet door de beugel [dat is zó sl...

2024-04-17
Dokterswoordenboek

Jannes van Everdingen en Arnoud van den Eerenbeemt (2010)

beugel

Band van metaal of kunststof die ervoor zorgt dat scheve tanden recht komen te staan. Als iemands boventanden zo ver over de ondertanden heen staan dat de ondertanden niet goed zichtbaar zijn, noemt de tandarts dat een ‘overbeet’. Een beugel kan ervoor zorgen dat je boventanden naar achteren worden gedrukt, zodat je voortanden boven en onder netjes...

2024-04-17
Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

beugel

(de; -s) - U-vormig, ook wel min of meer boogvormig uiteinde (kromming) aan de linker- en rechterkant van het stuur van een racefiets, syn. stuur- bocht: onder, diep in de beugels rijden, gaan, (lett.) vastpakken van het onderste deel van de ‘beugels’ (krommingen) van het stuur, zich diep over het stuur buigen; (fig.) zich volledig geven, alles uit...

2024-04-17
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

beugel

In de beugels gaan, zo diep mogelijk over het stuur buigen.

2024-04-17
Van aalmoes tot zwijntjesjager

Dr. E. Schröder (1980)

Beugel

Behalve in samenstellingen als stijgbeugel, en beugeltas en als technische term komt het woord beugel eigenlijk nog slechts voor in de uitdrukking: dat kan niet door de beugel voor: dat is ontoelaatbaar, dat kan niet geduld worden. Dit gebruik van het woord beugel vindt men reeds in oude stadskeuren, waarin bepalingen waren opgenomen over de groott...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-17
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Beugel

noemt men in de bosb. een werktuig om hout toL bossen te binden.