betuttelen
betuttelen - Werkwoord 1. (ov) paternalistisch, bemoeizuchtig, vitterig behandelen Woordherkomst afgeleid van tuttelen met het voorvoegsel be-
Wiktionary (2019)
betuttelen - Werkwoord 1. (ov) paternalistisch, bemoeizuchtig, vitterig behandelen Woordherkomst afgeleid van tuttelen met het voorvoegsel be-
Marco Bunge (1985)
Het bestaan van de burgers door wetgeving en andere overheidsmaatregelen in verregaande mate willen regelen. Vooral in kringen van de VVD leeft de vrees voor een te grote betutteling, die het particulier initiatief te veel zou kunnen verstikken.
Van Dale Uitgevers (1950)
(betuttelde, heeft betutteld), ook BETITTELEN, een werk betuttelen, kleine verbeteringen er in aanbrengen, de puntjes op de i zetten.
Dr. L.M. Metz (1937)
Verbeteren van een geschrift. De puntjes (tittels) op de i zetten, kleine verbeteringen aangeven. Critisch betuttelen. In navolging van Hooft nu en dan nog gebruikt.
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
bijvorm van betittelen, beteekent de tittels, puntjes, op de i zetten, nl. in een wetenschappelijk of letterkundig geschrift; het verbeteren. In den Muiderkring was de term in gebruik; P. C. Hooft betuttelde nog al eens de geschriften der andere leden. Tegenwoordig gebruikt men het nog wel half schertsend. v.d.Wijnpersse.
J.H. van Dale (1898)
BETUTTELEN, (betuttelde, heeft betutteld), een werk betuttelen, kleine verbeteringen er in aanbrengen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: