Betekenisleer
(v.(m.)), → semantiek.
dr. P.J. van Swigchem en E.J. Slot (1990)
Getty Research Institute (1990)
betekenisleer - De bestudering van betekenissen in de taal en van de veranderingen in deze betekenissen.
H.J. Terblanche - M.A., D. Litt
wetenskap v/d ontwikkeling en verandering v/d betekenisse van woorde, semantiek, semasiologie.
E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)
is de naam voor die tak van taalwetenschap, die zich bezig houdt met de studie van de betekenis der woorden. De naam semasiologie, die men er ook voor gebruikt, is afkomstig van de klassieke filologen. M. Bréal (Essai de sémantique, Paris 1897) heeft er de naam semantiek, gevormd naar analogie van fonetiek, voor ingevoerd.De vraag: ho...
Jozef Verschueren (1930)
(bə’te:kənis) v. leer van het verband tussen de verschillende betekenissen der woorden. Syn. semasiologie.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v./m., de studie van de betekenis van woord en woorddeel, van woordgroepen en van de zin. zie semantiek.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: