Wat is de betekenis van Bestrijken?

2024-04-20
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bestrijken

bestrijken - Werkwoord 1. (ov) ~ met in een strijkende beweging ergens iets op aanbrengen De muur werd met kalk bestreken. 2. (ov) een bepaald gebied betreffen, beslaan Het broedgebied van deze vogelsoort bestrijkt vrijwel geheel Noord-Europa....

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

bestrijken

bestrijken - onregelmatig werkwoord uitspraak: be-strij-ken 1. over welk gedeelte het gaat ♢ dit park bestrijkt de halve gemeente Onregelmatig werkwoord: be-strij-ken ik bestrijk jij/u b...

2024-04-20
Oorlogs begrippenlijst

Bart Janssen (2013)

Bestrijken

Bestrijken is het met geschut of infanteriewapens onder vuur nemen van een strook grond of een stuk water.

2024-04-20
Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

bestrijken

bestrijken - Geslachtsgemeenschap hebben (vgl. strijken). Doe Poulyntje werdt bestreecken, Datter ’t vet ten eers (= aars, H.) uyt vil, N. Klucht, Amst. Maneschyn. A 4 r° [1640].

2024-04-20
Ambtelijk taalgebruik

Wouter de Koning (1976)

bestrijken

(deze stukken) gaan over.

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Bestrijken

v., bismarre, bistrike; de dakpannen met kalk —, panstrike.

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bestrijken

(bestreek, heeft bestreken), 1. langs de oppervlakte van iets strijken; — dat paard bestrijkt zich, onder het gaan raken de achterbenen elkander somtijds; 2. strijkelings, zeer dicht langs een oppervlak gaan, inz. van kogels gezegd ; een bestrijkende baan, vlakke baan; 3. met geschut beheersen, kunnen beschieten : het kaste...

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

bestrijken

bestreek, h. bestreken (1 met geschut een punt, een terreinstrook enz. onder werkzaam vuur kunnen nemen; 2 besmeren met iets, dat min of meer vloeibaar is): 1. de kanonnen bestrijken de stad; 2. iets met zalf, olie bestrijken.