Wat is de betekenis van bestijgen?

2024-04-20
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

bestijgen

(16e eeuw) (inf.) (van een man) geslachtsgemeenschap hebben. Dit eufemisme werd duidelijk ontleend aan het dierenrijk en doet het de laatste tijd erg goed in soft porno. Deze beeldspraak bestaat eveneens in andere talen, zoals het Engels: 'to mount' en het Frans: 'monter (sur une femme)'. • Hij legde haar op haar...

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bestijgen

bestijgen - Werkwoord 1. (ov) bovenop iets zien te geraken Deze berg werd pas in de jaren vijftig voor het eerst bestegen. 2. de troon ~ vorst of vorstin worden 3. paarden etc. de geslachtsdaad uitvoeren Woordherkomst Afgeleid van stijgen met het voorvoegsel be-

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

bestijgen

bestijgen - onregelmatig werkwoord uitspraak: be-stij-gen 1. erop klimmen ♢ hij besteeg zijn paard Onregelmatig werkwoord: be-stij-gen ik bestijg jij/u bestijgt ...

2024-04-20
Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

bestijgen

(Van een man) Geslachtsgemeenschap hebben. Dit eufemisme werd duidelijk ontleend aan het dierenrijk en is al erg oud (zestiende eeuw?) en doet het de laatste tijd erg goed in softporno. Deze beeldspraak bestaat eveneens in andere talen, zoals het Engels: ‘to mount’ en het Frans: ‘monter (sur une femme)’. En een incestueus huwelijk zou zelfs Willem...

2024-04-20
Het Lexicon van de gedragsbiologie

Mark Nelissen (1996)

bestijgen

bestijgen - Het aannemen door mannelijke zoogdieren van de houding voor de copulatie. Het dier staat op de achterpoten en grijpt de flanken van het wijfje met de voorpoten langs achter. Vaak zijn meerdere pogingen noodzakelijk vooraleer ejaculatie mogelijk is. Bij sommige soorten, vooral bij primaten, kan een dominant dier een ondergeschikt individ...

2024-04-20
Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

bestijgen

bestijgen - (van de man) geslachtsgemeenschap hebben met (vgl. (be)rijden e.d.).

2024-04-20
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bestijgen

(besteeg, heeft bestegen), 1. op iets klimmen om er op te gaan zitten of staan, inz. op een rijdier : hij besteeg zijn ros; 2. oneig.: de troon bestijgen, de regering aanvaarden; 3. beklimmen (een berg).

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

bestijgen

besteeg, h. bestegen (beklimmen; op iets stijgen): een paard bestijgen, een berg bestijgen, een troon bestijgen.