Wat is de betekenis van besmetten?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

besmetten

besmetten - Werkwoord 1. (ov) blootstellen aan een ziektekiem, gif of radioactief materiaal en dan drager worden van de ziektekiem, gif of radiocactief materiaal. Hij raakte door onverstandig seksueel gedrag besmet met het HIV-virus. besmetten - Werkwoord 1. meervoud verlede...

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

besmetten

besmetten - regelmatig werkwoord uitspraak: be-smet-ten 1. een ziekte op iemand overbrengen ♢ Ahmed besmette mij met zijn verkoudheid Regelmatig werkwoord: be-smet-ten ik besmet jij/u be...

2024-04-19
Dokterswoordenboek

Jannes van Everdingen en Arnoud van den Eerenbeemt (2010)

besmetten

Een ziekteverwekker op iemand overbrengen. Je kunt iemand op verschillende manieren besmetten. Wanneer je een infectieziekte hebt, draag je ziekteverwekkers (bacteriën, virussen, parasieten of ander organismen) in en op je lichaam. Je kunt die ongemerkt op of in het lichaam van iemand anders overbrengen. De ziekteverwekkers kunnen dan het lichaam v...

2024-04-19
Lesbotaal Lexicon Lesbiaans : lexicon van de lesbotaal

Hanneke Kunst en Xandra Schutte (1991)

Besmetten

Besmetten - aanzetten tot verkeerde liefhebberijen, namelijk de gelijkgeslachtelijke liefde. Aan het begin van deze eeuw met serieuze lading gebruikt; tegenwoordig alleen nog op ironische wijze. De homosexuele omgang werkt als een olievlek, één homosexueel slaagt er dikwijls in een groot aantal personen te besmetten. (Justitiedossier)...

2024-04-19
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Besmetten

is het overbrengen of overgaan van ziektekiemen.

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Besmetten

v., bismette, oanstekke, oansette, oanhingje.

2024-04-19
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Besmetten

(besmette, heeft besmet), 1. bezoedelen,, bevlekken: wie met pek omgaat, wordt er mee besmet. 2. besmetten met, smetstof mededelen aan; gewoonlijk passief: besmet worden; besmette plaatsen; — (fig.) zijn adem besmet, zijn omgang werkt ten hoogste nadelig.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

besmetten

besmette, h. besmet (bemorsen, bezoedelen; ziektekiemen overbrengen, in deze bet. inz. in de lijdende vorm); nog: fig. (stakerstaal) het werk besmet verklaren.