besmet
besmet - Bijvoeglijk naamwoord 1. besmet - Deelwoord 1. voltooid deelwoord van besmetten 1. vormt de voltooide tijden ♢ Een chirurg heeft enkele tientallen patiënten besmet met hepatitis B. 2. vormt de lijdende vorm ♢ Niet iedereen die...
Wiktionary (2019)
besmet - Bijvoeglijk naamwoord 1. besmet - Deelwoord 1. voltooid deelwoord van besmetten 1. vormt de voltooide tijden ♢ Een chirurg heeft enkele tientallen patiënten besmet met hepatitis B. 2. vormt de lijdende vorm ♢ Niet iedereen die...
J. van Donselaar (1936)
bn., (i.h.b., veroud.:) besmet met lepra, lijdende aan lepra. Hare ouders zouden niets liever wenschen dan dat gij hun schoonzoon werdt. Maar kapitein, dat kan en dat zal niet... God verhindert het... Zij is... besmet! (Van Schaick 1866: 221). - Etym.: Het is in zekere zin een eufemisme; zie ook: de ziekte. Zie ook: boasie, kokobe.
Van Dale Uitgevers (1950)
bn., met smetstof bedeeld; — (fig.) besmet werk, werk dat ten goede zou komen aan een andere onderneming, waar gestaakt wordt.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn., 1. met smetstof bezoedeld; besmetting kunnen overbrengen; 2. (fig.) besmet werk, werk dat ten goede zou komen aan een andere onderneming, waar gestaakt wordt; besmette lading, die gedeeltelijk uit contrabande of vijandelijk vermogen bestaat.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: