Wat is de betekenis van Beschreien?

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Beschreien

v., biskrieme.

2024-04-25
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Beschreien

beschreeuwen, schreeuwen over, van; beheksen, bezweren; sie war als Hexe beschrien, zij stond in de roep, een heks te zijn; ein Kind beschreien, een kind roemen; beschrei es nicht!, roep de boze machten niet op!, afkloppen!

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Beschreien

(beschreide, heeft beschreid), bewenen, betreuren: zijn fouten beschreien; zijn lot beschreien; met beschreide ogen, nat en rood van het schreien; het meisje was rood beschreid.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

beschreien

beschreide, h. beschreid (bewenen, schreien over); een misstap beschreien.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

beschreien

(beschreide, heeft beschreid) schreien over : iemands dood, een misstap -.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Beschreien

BESCHREIEN, (beschreide, heeft beschreid), beweenen, betreuren zijne fouten beschreien; zijn lot beschreien; met beschreide oogen, nat en rood van het schreien; het meisje was rood beschreid. BESCHREIING, v.