Wat is de betekenis van beschimmeld?

2024-04-19
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

beschimmeld

(1956) (inf.) verlegen. Volgens Van Dale 'gewestelijk'. • Doe toch nie zo beschimmeld! (A.M. de Jong: Het geslacht Verhaegen. 1956)

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

beschimmeld

beschimmeld - Bijvoeglijk naamwoord 1. onderhevig aan schimmelgroei Het brood is beschimmeld. beschimmeld - Werkwoord 1. voltooid deelwoord van beschimmelen Woordherkomst Voltooid deelwoord van beschimmelen. Synoniemen muf, schimmelig

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

beschimmeld

beschimmeld - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: be-schim-meld 1. met een wittige laag (schimmel) bedekt ♢ deze kaas is helemaal beschimmeld Bijvoeglijk naamwoord: be-schim-meld de/het beschimmelde ...

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Beschimmeld

adj., skimmelich, ûnder ’e skimmel.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Beschimmeld

bn., 1. met schimmel bedekt: beschimmeld brood. 2. (fig.) oud en onfris: beschimmelde papieren; een oude beschimmelde ordonnantie. 3. (gew.) beschaamd, verlegen. 4. (gew.) bleek, betrokken

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

beschimmeld

bn., bw. (1 met schimmel bedekt; 2 fig. verlegen, bedeesd, gew.): 1. beschimmelde schoenen, beschimmeld brood; 2. wat sta je daar beschimmeld te kijken!

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

beschimmeld

(bə'schimməlt) bn. en bw. 1. met schimmel bedekt ; -e schoenen. 2. beschaamd : wat staat hij daar te kijken?

2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Beschimmeld

bn., 1. met schimmel bedekt: beschimmeld brood; 2. (fig.) oud en onfris: beschimmelde opvattingen.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Beschimmeld

BESCHIMMELD, bn. met schimmel bedekt: beschimmeld brood; — (fig. gew.) beschaamd, verlegen; — (gew.) afgevallen. BESCHIMMELDHEID, v.