beschimmeld
(1956) (inf.) verlegen. Volgens Van Dale 'gewestelijk'. • Doe toch nie zo beschimmeld! (A.M. de Jong: Het geslacht Verhaegen. 1956)
Marc De Coster (2020-2024)
(1956) (inf.) verlegen. Volgens Van Dale 'gewestelijk'. • Doe toch nie zo beschimmeld! (A.M. de Jong: Het geslacht Verhaegen. 1956)
Wiktionary (2019)
beschimmeld - Bijvoeglijk naamwoord 1. onderhevig aan schimmelgroei ♢ Het brood is beschimmeld. beschimmeld - Werkwoord 1. voltooid deelwoord van beschimmelen Woordherkomst Voltooid deelwoord van beschimmelen. Synoniemen muf, schimmelig
Muiswerk Educatief (2017)
beschimmeld - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: be-schim-meld 1. met een wittige laag (schimmel) bedekt ♢ deze kaas is helemaal beschimmeld Bijvoeglijk naamwoord: be-schim-meld de/het beschimmelde ...
Van Dale Uitgevers (1950)
bn., 1. met schimmel bedekt: beschimmeld brood. 2. (fig.) oud en onfris: beschimmelde papieren; een oude beschimmelde ordonnantie. 3. (gew.) beschaamd, verlegen. 4. (gew.) bleek, betrokken
M. J. Koenen's (1937)
bn., bw. (1 met schimmel bedekt; 2 fig. verlegen, bedeesd, gew.): 1. beschimmelde schoenen, beschimmeld brood; 2. wat sta je daar beschimmeld te kijken!
Jozef Verschueren (1930)
(bə'schimməlt) bn. en bw. 1. met schimmel bedekt ; -e schoenen. 2. beschaamd : wat staat hij daar te kijken?
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn., 1. met schimmel bedekt: beschimmeld brood; 2. (fig.) oud en onfris: beschimmelde opvattingen.
J.H. van Dale (1898)
BESCHIMMELD, bn. met schimmel bedekt: beschimmeld brood; — (fig. gew.) beschaamd, verlegen; — (gew.) afgevallen. BESCHIMMELDHEID, v.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: