Wat is de betekenis van beschadigd?

2024-04-16
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

beschadigd

beschadigd - Werkwoord 1. voltooid deelwoord van beschadigen

2024-04-16
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

beschadigd

beschadigd - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: be-scha-digd 1. niet gaaf, niet heel ♢ de kopjes van oma zijn allemaal beschadigd Bijvoeglijk naamwoord: be-scha-digd de/het beschadigde ... Tegenstellingen...

2024-04-16
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Beschadigd

adj., stikken, wrak, rampoai, skansearre, skurf.

2024-04-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Beschadigd

bn., 1. niet gaaf: beschadigd porselein. 2. (rechtst.) beschadigde borg, die betaald heeft.

2024-04-16
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

beschadigd

bn. (gekreukt, niet gaaf): beschadigd ooft, beschadigde zijden stoffen, beschadigd porselein.

2024-04-16
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Beschadigd

BESCHADIGD, bn. niet gaaf beschadigd porselein.

2024-04-16
Zeemans woordenboek

Jacob van Lennep (1865)

Beschadigd

b.n. - Zoo noemt men alles wat op de eene of andere wijze door schade geleden heeft en in min goeden staat verkeert. Verkoop van goederen, door 't zeewater beschadigd.