Wat is de betekenis van Berouw?

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

berouw

berouw - Zelfstandignaamwoord 1. het betreuren van een eerdere kwalijke daad, spijt, schuldgevoel Japanse premier spreekt berouw uit over leed WOII berouw - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van berouwen ♢ Ik berouw...

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

berouw

berouw - zelfstandig naamwoord uitspraak: be-rouw 1. erge spijt dat je iets gedaan hebt ♢ de overvaller toonde wel berouw bij de rechter Zelfstandig naamwoord: be-rouw het berouw

2024-04-20
Kerkelijk woordenboek

Professor mag. dr. J.B. Kors o.p. (1967)

Berouw

een daad van den wil, die de zonde betreurt en verfoeit, met het voornemen van niet meer te zondigen, noodzakelijke voorwaarde voor de vergiffenis. Het moet waarachtig zijn (de zonde boven alle kwaad verfoeiend), algemeen (over alle → doodzonden) en bovennatuurlijk in oorsprong en beweegreden. Naargelang de bovennatuurlijke beweegreden, onders...

2024-04-20
Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

BEROUW

In de bekering ligt besloten dat de afwending van God in het centrum van onze persoonlijkheid weer wordt teniet gedaan, hetgeen de Bijbel noemt: het vermorzelen, verbrijzelen en scheuren van het hart (Ps. 51 : 19, Joël 2 : 13). Dit is het berouw, welks Latijnse namen „compunctio”, „attritio”, „contritio” op...

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Berouw

s.n., birou (it), rou, spyt; — hebben, jin birouwe, jin birouje.

2024-04-20
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Berouw

o., g.mv., droefheid, spijt over iets waaraan men verkeerd heeft gedaan; inz. droefheid over iets -waardoor men zich heeft bezondigd, met de bijgedachte aan het ernstig verlangen naar beterschap: berouw over iets hebben, gevoelen; niet weer doen is het beste berouw; met oprecht berouw; — (spr.) hij heeft er zoveel berouw van als har...

2024-04-20
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Berouw

in godsdienstige (R.K.) zin opgevat, heeft betrekking op de zonde en bestaat volgens het Concilie van Trente (Sessio XIV cap. 4) daarin, dat men de bedreven zonden betreurt en verfoeit, omdat men God beledigd heeft, en zich vast voorneemt om nooit meer te zondigen. Het omvat dus drie wilsacten: afkeer van de bedreven zonde, leedwezen daarover en he...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

berouw

o. (spijt, leedwezen over bedreven kwaad, met de bijgedachte a. h. voornemen het niet meer te bedrijven): berouw hebben over, van; berouw komt na de zonde, te laat.