Wat is de betekenis van Berlijner?

2024-04-25
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Berlijner

iemand uit Berlijn. iemand die afkomstig is uit Berlijn; inwoner van Berlijn. Voorbeelden: De meeste van mijn collega's op kantoor zijn echte Berlijners. Ze dragen de namen die Duitsers horen te dragen: Martin Schulze, Willi Kohier, Klaus Fischer. Er zijn zelfs drie Mayer's bij. Maar het is allemaal niet zo eenvoudig. De ge...

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

Berlijner

Berlijner - Zelfstandignaamwoord 1. (demoniem) een inwoner van Berlijn, of iemand afkomstig uit Berlijn Berlijner - Bijvoeglijk naamwoord 1. (demoniem) op Berlijn betrekking hebbend Woordherkomst Afgeleid van Berlijn met het achtervoegsel -er Synoniemen Berlijns

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Berlijner

m. (-s), bewoner van Berlijn.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

Berlijner

m. Berlijners (bewoner van Berlijn).

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Berlijner

(ber'lijnər) m. (-s) bewoner, man afkomstig van Berlijn.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Berlijner

m. (-s), bewoner van Berlijn.

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)