Wat is de betekenis van berispen?

berispen - Werkwoord 1. (ov) op strenge wijze zeggen dat het gedrag wordt afgekeurd ♢ De leraar berispte ons toen we te laat waren. Woordherkomst afgeleid van het Middelnederlandse rispen met het voorvoegsel be- Synoniemen manen, waarschuwen Verwante begrippen afkeur...

berispen - regelmatig werkwoord uitspraak: be-ris-pen 1. streng zeggen dat je zijn gedrag afkeurt ♢ de leraar berispte ons toen we te laat waren Regelmatig werkwoord: be-ris-pen ik berisp ...

Berispen is de bewust beïnvloedende communicatie, waarbij van onge¬noegen of afkeuring kennis wordt gegeven.

v., biskrobje, grobje, (út)heuvelje, útmantelje, útfeugelje, hikkelje, kapittelje, bikibje, útroffelje, bigrauwe, boarstelje; iemand —, immen it hier útkjimme, de mantel útfege, de earen waskje, it mannewaer oplêze, it leksum lêze, opsizze; streng —, ranselje, in...

...

(berispte, heeft berispt), iem. —, hem zijn ongenoegen of afkeuring te kennen geven; term voor een der lichtste bestraffingen door een gestelde autoriteit; van handelingen (w. g.): laken; — (zeew.) een schip berispen, flamberen: het met de wimpel een afkeurend sein geven.

berispte, h. berispt (1 iem. terechtwijzen, afkeuring over iem. of iets te kennen geven; laken; dikwijls toegepast op het gedrag van kinderen; 2 rechtst.: term voor een der lichtste straffen door een gestelde macht gegeven): 1. iem. streng iets in iem. berispen; 2. de notaris, eenmaal berispt door de arrondissements-rechtbank.

(‘bə'rispən) (berispte, heeft berispt) [∼ Lat. rapere, snel grijpen] 1. onder handen nemen, bekijven ; iemand streng -. 2. afkeuren : iets in iemand -. Syn.➝ bedillen.

(berispte, heeft berispt), iemand -, hem zijn ongenoegen of afkeuring te kennen geven; term voor een der lichtste bestraffingen door een gestelde autoriteit; van handelingen: een schip berispen, flamberen, het met de wimpel een afkeurend sein geven.