Wat is de betekenis van Berge?

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

berge

berge - Zelfstandignaamwoord datief van berg, archaïsch|archaïsche vorm die in enkele staande uitdrukking voorkomt berge - Werkwoord 1. aanvoegende wijs van bergen

2024-04-20
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Berge

(uitspr. berzje), berzie [missch. van Fr. bargé = schuit]: de hele -, de hele zaak, de hele zooi.

2024-04-20
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Berge

(water)kant; opgehoogde kant; berm.

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Berge

v., (gemeenz.) rommel, wanorde: ruim eerst die berge eens op; ook BARGE (g = zj).

2024-04-20
Gevleugelde woorden

J.H. de Ruijter (1940)

Berge

Zie: De haren rijzen te berge.

2024-04-20
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Berge

1° Jillis van den (Aegidius de Monte), Minderbroeder, provinciaal zijner Orde. bisschop van Deventer (1570). * te Perweis in het Walenland, + 26 Mei 1577 te Zwolle. Eerst in 1575 verkreeg hij door tusschenkomst van Alva het volle bezit van zijn zetel. Een bewijs van zijn ijver geven de Acta visitationis dioc. Daventriensis (1671— 1577), b...

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Berge

BERGE, V. (gemeenz.) rommel, wanorde ruim eerst die berge eens op; zie BARGE.