Wat is de betekenis van Bereidvaardig?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bereidvaardig

bereidvaardig - Bijvoeglijk naamwoord 1. bereid iets te willen doen, te helpen Vrouw in nood zoekt bereidvaardige ridder. „Menige Groninger”, schreef hij in 1938 in een boek getiteld De Nederlandsche volkskarakters, „uit zich nooit, ook en zelfs niet in zijn eig...

2024-04-26
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

bereidvaardig

gewillig, gereed.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bereidvaardig

bn. (-er, -st), dadelijk en gaarne bereid om iets te doen, inz. te helpen: hij is altijd even bereidvaardig.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

bereidvaardig

(bəreit'fa:rdəch) bn. en bw. (-er, -st) bereid om iets te doen.

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Bereidvaardig

bn. (-er, -st), dadelijk en gaarne bereid om iets te doen, te helpen: hij is altijd even bereidvaardig.

2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Bereidvaardig

BEREIDVAARDIG, bn (-er, -st), dienstvaardig, gewillig, gaarne iets willende doen hij is altijd even bereidvaardig. BEREIDVAARDIGHEID, v.