Wat is de betekenis van bereid?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bereid

bereid - Bijvoeglijk naamwoord 1. akkoord gaand, instemmend: bereid tot actie Ben je bereid om vandaag over te werken? bereid - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bereiden ♢ Ik bereid 2. gebiedende wijs va...

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

bereid

bereid - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: be-reid 1. het wel willen doen ♢ ik ben bereid voorzitter te worden Bijvoeglijk naamwoord: be-reid

2024-04-25
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

bereid

- bereide schotel, kant-en-klare schotel, koude schotel. Stel, je hebt honger en niet al te veel tijd. Je loopt naar de supermarkt, koopt een bereide schotel en een drankje, betaalt aan de kassa. - DS, 21-04-2000.

2024-04-25
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

bereid

In een aantal verb.: bereide schotel, koude schotel; - bereide americain, filet americain (in Nederl. altijd gekruid). Over te nemen... zeer gekende handel in bereide schotels, fijne vleeswaren, kaasspecialiteiten, wijnen, Centenaar 12/5/1977.

2024-04-25
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

bereid

klaar, gereed; gewillig.

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Bereid

adj., klear, ré; voorlopig niet tot ietszijn, earne fuort net oan ta wêze.

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bereid

bn., 1. geen bezwaren hebben om iets te doen: zich tot iets bereidverklaren. 2. gezind, genegen om iets te doen: tot wederdienst bereid; bereid staan om te helpen. 3. gereedgemaakt: bereide specie.

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

bereid

bn. (1 geen bezwaren hebbende om iets te doen, gaarne iets willende doen; 2 vero. klaar): 1. zich bereid verklaren tot (of: om te); tot wederdienst bereid; 2. bereid voor de eeuwigheid.