bereid
bereid - Bijvoeglijk naamwoord 1. akkoord gaand, instemmend: bereid tot actie ♢ Ben je bereid om vandaag over te werken? bereid - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bereiden ♢ Ik bereid 2. gebiedende wijs va...
Wiktionary (2019)
bereid - Bijvoeglijk naamwoord 1. akkoord gaand, instemmend: bereid tot actie ♢ Ben je bereid om vandaag over te werken? bereid - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bereiden ♢ Ik bereid 2. gebiedende wijs va...
Muiswerk Educatief (2017)
bereid - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: be-reid 1. het wel willen doen ♢ ik ben bereid voorzitter te worden Bijvoeglijk naamwoord: be-reid
Peter Bakema (2003)
- bereide schotel, kant-en-klare schotel, koude schotel. Stel, je hebt honger en niet al te veel tijd. Je loopt naar de supermarkt, koopt een bereide schotel en een drankje, betaalt aan de kassa. - DS, 21-04-2000.
Walter De Clerck (1981)
In een aantal verb.: bereide schotel, koude schotel; - bereide americain, filet americain (in Nederl. altijd gekruid). Over te nemen... zeer gekende handel in bereide schotels, fijne vleeswaren, kaasspecialiteiten, wijnen, Centenaar 12/5/1977.
Van Dale Uitgevers (1950)
bn., 1. geen bezwaren hebben om iets te doen: zich tot iets bereidverklaren. 2. gezind, genegen om iets te doen: tot wederdienst bereid; bereid staan om te helpen. 3. gereedgemaakt: bereide specie.
M. J. Koenen's (1937)
bn. (1 geen bezwaren hebbende om iets te doen, gaarne iets willende doen; 2 vero. klaar): 1. zich bereid verklaren tot (of: om te); tot wederdienst bereid; 2. bereid voor de eeuwigheid.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: