bepotelen
(19e eeuw) (Vlaanderen, inf. ) betasten, bevingeren. • Ge moogt dat papier, die print, die muts, dat vleesch niet bepootelen. (Leonard Lodewijk de Bo: Westvlaamsch Idioticon. 1873) • In de herbergen, voor open vensters, zitten raasbollen, in petulante opgewondenheid of met dronkemans gewichtigheid , over hun bepootelde vette gl...