Wat is de betekenis van Benefice?

2024-04-24
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Benefice

[Fr. bénéfice = profijt, van Lat. beneficium, van benefacere = weldoen]: ter - van, ten voordele van.

2024-04-24
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Bénéfice

voordeel, winst; prebende, prove; bénéfice d'âge, bevoegdheid (vrijstelling) wegens leeftijd; représentation à bénéfice, benefiet(voorstelling); au bénéfice de, ten bate van, ten voordele van; sous bénéfice d'inventaire, 1. onder voorrecht van boedelbeschrijving;...

2024-04-24
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

Benefice

beneficium; predikantsplaats.

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Benefice

(Fr.), alleen in ter benefice van, ten voordele van; — benefice-voorstelling, toneelvoorstelling ten voordele van een of meer der acteurs, benefiet.

2024-04-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

benefice

v.: ter benefice, ten voordele.

2024-04-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

benefice

(bene'fisə) v. [Lat. benefacere, weldoen] alleen in de uitdrukking : ter -, ten voordele.

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Benefice

BENEFICE, v. ter benefice, ten voordeele; — benefice-voorstelling, tooneelvoorstelling ten voordeele van een of meer der acteurs.

2024-04-24
Beknopt kunstwoordenboek

I.M. Calisch (1864)

benefice

benefice - v. ter benefice, ten voordeele; benefice voorstelling