Wat is de betekenis van bende?

2024-04-20
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

bende

1) (1943) (wielr.) peloton. Nederlandse renners en journalisten verkiezen de termen meute*, pak* en trein*. • Intusschen naderde de groep, die er zoo flink op los stormde, van sedert hij Suter en Notter in 't oog kreeg. Maar deze laatste? Bekommert zich niet eens om de naderende bende. (Karel van Wijnendaele: Het rijke Vlaamsche wi...

2024-04-20
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Bende

Zie Ben

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bende

bende - Zelfstandignaamwoord 1. een informeel georganiseerde groep mensen, meestal met kwade of misdadige motieven De bende van Nijvel was berucht voor haar geweld. 2. een rommelige toestand bijv. een beestenbende of een teringbende, rotzooi Oei, wat een riekend...

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

bende

bende - zelfstandig naamwoord uitspraak: ben-de 1. grote hoeveelheid, groot aantal ♢ er liep een bende kinderen in het park 2. rommelige, vieze boel ♢ hij maakt altijd een bende op het aanrecht...

2024-04-20
Jargon & Slang van Wielrenners

Marc De Coster (2017)

Bende

Bende - Vlaamse term voor het peloton. Nederlanders hebben het over de meute. Syn.: pak, trein. Vgl. ook Fr. le paquet; Eng. the bunch.

2024-04-20
Groot wielerwoordenboek

Marc de Coster (2009)

bende

Onder Vlaamse renners de gebruikelijke benaming voor het peloton. Nederlandse renners en journalisten verkiezen de termen meute, pak en trein. Frans: le paquet. Engels: the bunch. Sportjournalisten gebruiken weleens de uitdrukking ‘aan de bende sleuren’ voor een renner die aan de kop blijft rijden. Bende wordt verder nog gebruikt om een sponsorploe...

2024-04-20
Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

bende

(de; -n, -s) Belg.N. - peloton, (min of meer) georganiseerde groep, ploeg, syn. pak, meute, hoofdmacht. • Op enkele jaren tijd heeft Peter Post zijn ti-Raleigh-McGregor-ploeg uitgebouwd tot de sterkste wielerformatie in het profpeloton. De ‘bende van Peter’ wint alles: nationale kampioenschappen, klassiekers aan de lopende band en wereldtitels op d...

2024-04-20
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

bende

Groep; vaak in toep. op het gezin; in de wielersp.: peleton. Was hij thuis, dan werd er altijd een «babbeltafel» gehouden.... De maaltijden zijn de enige gelegenheden om de gehele bende bijeen te krijgen, DURNEZ z.j. (± 1958), 69. Dat andere moeders ook soms met de handen in het haar zitten, omdat ze het niet aankunnen, ondanks...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Bende

m -> Ben (Fri.).