benauwend
benauwend - Bijvoeglijk naamwoord 1. angst opwekkend ♢ Het gaf een benauwend gevoel om te weten dat we er een aantal uur niet uit zouden kunnen. benauwend - Werkwoord 1. onvoltooid deelwoord vanbenauwen Synoniemen beangstigend
Wiktionary (2019)
benauwend - Bijvoeglijk naamwoord 1. angst opwekkend ♢ Het gaf een benauwend gevoel om te weten dat we er een aantal uur niet uit zouden kunnen. benauwend - Werkwoord 1. onvoltooid deelwoord vanbenauwen Synoniemen beangstigend
Van Dale Uitgevers (1950)
bn., 1. benauwd makend, drukkend: benauwende warmte; 2. angstig makend, beklemmend: benauwende dromen; een benauwend schouwspel.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn., 1. benauwd makend, drukkend: benauwende warmte; 2. angstig makend, beklemmend: een benauwend schouwspel.
J.H. van Dale (1898)
BENAUWEND, bn. drukkend; — benauwende warmte, verstikkende warmte, (dikwijls vervangen door benauwd, vgl. beslissend enz.); — benauwende droomen, die angst, kommer geven.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: