benauwdheid
benauwdheid - Zelfstandignaamwoord 1. moeite hebben met het ademhalen Woordherkomst Afgeleid van benauwd met het achtervoegsel -heid.
Wiktionary (2019)
benauwdheid - Zelfstandignaamwoord 1. moeite hebben met het ademhalen Woordherkomst Afgeleid van benauwd met het achtervoegsel -heid.
Muiswerk Educatief (2017)
benauwdheid - zelfstandig naamwoord uitspraak: be-nauwd-heid 1. het benauwd zijn ♢ oma Tessa heeft vaak last van benauwdheid Zelfstandig naamwoord: be-nauwd-heid de benauwdheid
Jannes van Everdingen en Arnoud van den Eerenbeemt (2010)
Kortademigheid samen met angst. Dit begrip is moeilijk te omschrijven doordat niet iedereen hetzelfde ermee bedoelt. Voor iemand met astma is ‘benauwdheid’ meestal ‘kortademigheid’ (moeite om lucht te krijgen). In een ernstig geval is het zelfs een ‘levensbedreigende aanval van ademnood’. Voor iemand met hartklachten is ‘benauwdheid’ een gevoel van...
Anneke van Schie (2000)
Een afwijkende gewaarwording, zich uitend in het gevoel geen of onvoldoende lucht te krijgen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: