Wat is de betekenis van benauwdheid?

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

benauwdheid

benauwdheid - Zelfstandignaamwoord 1. moeite hebben met het ademhalen Woordherkomst Afgeleid van benauwd met het achtervoegsel -heid.

2024-03-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

benauwdheid

benauwdheid - zelfstandig naamwoord uitspraak: be-nauwd-heid 1. het benauwd zijn ♢ oma Tessa heeft vaak last van benauwdheid Zelfstandig naamwoord: be-nauwd-heid de benauwdheid

2024-03-29
Dokterswoordenboek

Jannes van Everdingen en Arnoud van den Eerenbeemt (2010)

benauwdheid

Kortademigheid samen met angst. Dit begrip is moeilijk te omschrijven doordat niet iedereen hetzelfde ermee bedoelt. Voor iemand met astma is ‘benauwdheid’ meestal ‘kortademigheid’ (moeite om lucht te krijgen). In een ernstig geval is het zelfs een ‘levensbedreigende aanval van ademnood’. Voor iemand met hartklachten is ‘benauwdheid’ een gevoel van...

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Verpleegkundig woordenboek

Anneke van Schie (2000)

Benauwdheid

Een afwijkende gewaarwording, zich uitend in het gevoel geen of onvoldoende lucht te krijgen.