Wat is de betekenis van bemiddeld?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bemiddeld

bemiddeld - Bijvoeglijk naamwoord 1. voldoende geldmiddelen hebbend om ruim te kunnen leven Hij is een oude doch bemiddelde man. bemiddeld - Werkwoord 1. voltooid deelwoord van bemiddelen Synoniemen gegoed

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

bemiddeld

bemiddeld - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: be-mid-deld 1. met veel geld en bezit ♢ hij is bemiddeld, dus hij hoeft niet te werken Bijvoeglijk naamwoord: be-mid-deld ... is bemiddelder dan ... ...

2024-04-26
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

bemiddeld

welgesteld.

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Bemiddeld

adj., bigoedige, goedryk; — zijn, wol middels hawwe, in siach om ’e earmtakke hawwe, it goed, skoan aerdich dwaen kinne, it wol stouwe kinne, in rêch hawwe, stiif yn 'e rêch wêze, aerdich yn 't forset wêze, wol splint, sinten hawwe.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bemiddeld

bn. (-er, -st), voldoende (geld)middelen bezittend om ruim te kunnen leven; welgesteld, vermogend.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

bemiddeld

bn. (welgesteld, vermogend).

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

bemiddeld

(bə'middəlt) bn. (-er, -st) van geldmiddelen voorzien : een kind van -e ouders. Syn. gegoed, in goede doen, rijk, vermogend, welgesteld, welstellend. Tgst. → arm.

2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Bemiddeld

BEMIDDELD, bn. (-er, -st), voldoende geldmiddelen bezittend om flink te kunnen leven; welgesteld, vermogend. BEMIDDELDHEID, v.