Wat is de betekenis van Bemachtigen?

2024-04-23
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bemachtigen

bemachtigen - Werkwoord 1. (ov) met moeite in handen krijgen Hij bemachtigde op het nippertje nog een kaartje voor de wedstrijd. Woordherkomst Afgeleid van macht met het voorvoegsel be- met het achtervoegsel -ig

2024-04-23
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

bemachtigen

bemachtigen - regelmatig werkwoord uitspraak: be-mach-ti-gen 1. met veel moeite te pakken krijgen ♢ hij had een plaats op de eerste rij bemachtigd Regelmatig werkwoord: be-mach-ti-gen ik bemachtig ...

2024-04-23
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Bemachtigen

v., bimachtigje, bimasterje, bisette, binei(st) komme.

2024-04-23
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Bemächtigen

sich einer Sache bemächtigen, iets bemachtigen, zich van iets meester maken.

2024-04-23
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bemachtigen

(bemachtigde, heeft bemachtigd), 1. zich meester maken van (een stad, een fort, een persoon); — een stoel, een plaats weten te bemachtigen, te verkrijgen (gezegd wanneer het ergens zeer vol is); 2. zich eigen maken (kennis). 3. (gew.) het vet bemachtigt hem, is hem te machtig, maakt hem onpasselijk.

2024-04-23
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

bemachtigen

bemachtigde, h. bemachtigd (in zijn macht krijgen): een stad, een stoel bemachtigen, weten te krijgen (als het ergens zeer vol is).

2024-04-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

bemachtigen

(bə'machten) (bemachtigde, heeft bemachtigd) 1. in zijn macht krijgen : een stad -. 2. zich eigen maken : kennis -.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-23
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Bemachtigen

(bemachtigde, heeft bemachtigd), 1. zich meester maken van (een stad, een fort, een persoon) ; een stoel, een plaats weten te bemachtigen, te verkrijgen (gezegd wanneer het ergens zeer vol is); 2. zich eigen maken (kennis).