Wat is de betekenis van Belust?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

belust

belust - Bijvoeglijk naamwoord 1. belust op: verlangend en zoekend naar het genoemde Een op macht beluste generaal plande de machtsgreep. Het publiek is op sensatie belust.

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

belust

belust - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: be-lust 1. er heel erg naar verlangen ♢ hij is belust op feestjes Bijvoeglijk naamwoord: be-lust

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Belust

adj.;op, lekker op, bilust op.

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Belust

bn. (-er, meest —), lust hebbende, begerig zijnde naar: belust zijn op; absol.: iem. belust maken; wie is er belust? wie heeft er trek in? — voorheen in ’t bijz. gezegd van de vreemde lusten van zwangere vrouwen.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

belust

bn.; beluster, meest belust (begerig, gretig): belust op of naar iets zijn; iem. belust maken.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

belust

(bə'lust) bn. (-er, meest -) begerig : iemand maken naar, op iets.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Belust

bn. (-er, meest belust), lust hebbende, begerig zijnde naar: belust zijn op sensatie, avontuur.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)