Wat is de betekenis van belopen?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

belopen

belopen - Werkwoord 1. (ov) ergens overheen lopen Als het gras alsmaar zo belopen wordt, krijg je kale plekken. 2. een geschat bedrag hebben De schade beloopt zeker tien miljoen euro. belopen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud va...

2024-04-25
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

belopen

In de verb. alles belopen, alles nalopen, alle benodigde voorbereidingen treffen om iets tijdig en goed geregeld te hebben; - nog alles, veel te belopen hebben. Bij overlijden, wend u tot drukker V.... Verzorgde en waardige begrafenis. Wij belopen alles, Feestprogramma Rumstse Volksfeesten 1976, p. 66.

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Belopen

1. v., birinne, bigean; (bedragen) bidrage. 2. adj., bilutsen, bilipen; (van de lucht), biroun.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Belopen

(beliep, heeft belopen), 1. lopen over, begaan: dit pad wordt veel belopen; die weg is niet te belopen; — (fig. w. g.) van het belopen pad afwijken, van de gewone weg. 2. lopende afleggen: die afstand is haast niet te belopen. 3. lopende bereiken; lopende inhalen; — (fig.) iem. met een natte vinger kunne...

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

belopen

beliep, h. belopen (1 lopen of gaan op of over iets; 2 bedragen, het bedrag uitmaken van): 1. een pad belopen, begaan; 2. de schade beliep 2 gulden; nog: met bloed belopen ogen, wanneer zich onder de opperhuid uitgestort bloed duidelijk vertoont; door een Z.-W. storm belopen worden, overvallen; Z.-N. iets belopen, zich inspannen voor.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

belopen

(bə'lo:pən) (beliep, heeft belopen) A. I. Eig. over iets heenlopen, op iets lopen : dat pad wordt geregeld -, het - of gewone pad. II, Metf. 1. zich uitstrekken, zich verspreiden over iets : onkruid dat hele velden beloopt; met bloed ogen. 2.Ver oud. zich ontwikkelen. B, door lopen een bepaald punt bereiken nl. 1. Eig. overvallen :...

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Belopen

(beliep, heeft belopen), 1. lopen over begaan: die weg is niet te belopen; 2. lopende afleggen: die afstand is haast niet te belopen; 3. lopende bereiken; lopende inhalen; 4. bedragen, uitmaken: het beloopt over de honderd gulden; 5. (van vloeibare stoffen) zich verbreiden over of door: een (met bloed) belopen oog, waarvan het wit met rode bloedaar...

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)