Wat is de betekenis van bellen?

2025-05-20
*PREMIUM* Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2025-05-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bellen

(belde, heeft gebeld), 1. de bel doen luiden, aanschellen: heb je al gebeld? 2. een signaal met de bel geven, waarschuwen: de fietsrijder belde, maar het was te laat, de oude vrouw werd aangereden. 3. door een bel roepen of wekken: de meid bellen; iem. bellen; zich laten bellen. 4. een tijd bellen (in scholen...

2025-05-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bellen

bellen - Werkwoord 1. (inerg) de deurbel over laten gaan, schellen, aanbellen Kun jij even bellen aan de deur? 2. door middel van een bel een signaal geven 3. (ov) iemand opbellen, telefoneren naar of met iemand Ja, ik zal je straks weer bellen....

2025-05-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

bellen

bellen - regelmatig werkwoord uitspraak: bel-len 1. door de telefoon met iemand praten ♢ ik bel je vanavond 2. een bel laten klinken ♢ Doe de deur eens open, er wordt gebeld Regelmati...

2025-05-20
Bridge Opzoekboek

drs. Toine van Hoof (2017)

bellen

doubleren

2025-05-20
Woordenboekje Nederlandse Jiddisch

H. Beem (1975)

Bellen

blaffen, ook billen; Nieuwhoogduits bellen, bellen lozzen = laten praten.

2025-05-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Bellen

v., skilje, skelje, belje.

2025-05-20
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Bellen

blaffen; janken (v. vos); mein Magen bellt, ik rammel v. d. honger.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-05-20
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)