bellen
...
Ontdek ons tijdschrift
en lees alles over taal uit Nederland en Vlaanderen*Zolang de voorraad strekt
Van Dale Uitgevers (1950)
(belde, heeft gebeld), 1. de bel doen luiden, aanschellen: heb je al gebeld? 2. een signaal met de bel geven, waarschuwen: de fietsrijder belde, maar het was te laat, de oude vrouw werd aangereden. 3. door een bel roepen of wekken: de meid bellen; iem. bellen; zich laten bellen. 4. een tijd bellen (in scholen...
Wiktionary (2019)
bellen - Werkwoord 1. (inerg) de deurbel over laten gaan, schellen, aanbellen ♢ Kun jij even bellen aan de deur? 2. door middel van een bel een signaal geven 3. (ov) iemand opbellen, telefoneren naar of met iemand ♢ Ja, ik zal je straks weer bellen....
Muiswerk Educatief (2017)
bellen - regelmatig werkwoord uitspraak: bel-len 1. door de telefoon met iemand praten ♢ ik bel je vanavond 2. een bel laten klinken ♢ Doe de deur eens open, er wordt gebeld Regelmati...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: