belazerd
1) (1874) (inf.) gek, niet goed wijs. Betekent eigenlijk: aangetast door de lazarusziekte. • Ben je nou helemaal belazerd, om mijn wagen voor keuken te gebruiken? (Leeuwarder Courant, 04/09/1891) • beloazêrd, beloastêrd: belotjêt, enz. in: bist” beloazêrd?! ben je gek! ook: bin je beloazerd, zuurkool?! Ned.-...