belabberd
(15e eeuw) (inf.) akelig; ellendig; onaangenaam. • belabberd, b.n. – Of labberlottig; wordt het weer gezegd te zijn, wanneer de wind, in plaats van frisch door te waaien, slechts labbert en met tusschenpozen waait: (’t is ’t Maleisch Palabber, vergadering – omdat daar by hen alles langzaam toegaat.) Spreekwijze...