Wat is de betekenis van bekrompen?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bekrompen

bekrompen - Bijvoeglijk naamwoord 1. te beperkt van opvatting, niet verder kunnen kijken dan je neus lang is Het is een bekrompen idee om niet te vragen wat de mensen willen eten, maar ze gewoon vlees te geven. 2. krap een bekrompen behuizing...

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

bekrompen

bekrompen - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: be-krom-pen 1. met weinig ruimte van zijkant naar zijkant ♢ de ruimte waarin ze wonen is nogal bekrompen 2. met weinig ruimte voor mensen die anders denken ...

2024-04-26
Van aalmoes tot zwijntjesjager

Dr. E. Schröder (1980)

Bekrompen

Wie bekrompen woont heeft weinig ruimte, wie bekrompen leeft heeft weinig geld en wie bekrompen is, heeft weinig geest, is kleingeestig. Het is duidelijk dat bekrompen samenhangt met het werkwoord krimpen: kleiner worden en met de samenstelling zich bekrimpen: zich in zijn uitgaven of behoeften beperken. Tot de familie behoort natuurlijk ook het wo...

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Bekrompen

adj. & adv., bikrompen; (van ruimte), bihindich, nearzich, nau biset; (van levenswijze), goarrich, bihyplik binypt, keutelich, kakkenedich; (van geest), eang-, earm-, klien-, nearhertich; — leven, goarje.

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bekrompen

bn. bw. (-er, -st), 1. niet ruim: bekrompen wonen, geen voldoende ruimte hebben; — wij zitten hier bekronden, te dicht op elkander, benauwd; 2. bekrompen leven, zich in zijn uitgaven moeten beperken, min of meer armoedig; — het gaat uit een bekrompen beurs, niet rijk, niet royaal; — bekrompen middelen, beperkt, niet ruim; 3. bekr...

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

bekrompen

bn., bw. (1 geen voldoende ruimte hebbend, benauwd, eng; 2 van een inkomen, een levenswijze: niet ruim, armelijk, karig; 3 van de geest: kleingeestig; niet ruim en breed v. opvatting): 1. een bekrompen woning; we wonen wat bekrompen; 2. bekrompen geldmiddelen; bekrompen leven; 3. bekrompen opvattingen; bekrompen over iets denken.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

bekrompen

(bə’krompən) bn. en bw. (-er. -st) 1. te klein geworden enz. : een woning. Syn. eng, nauw, Tgst. →: breed. 2. niet ruim, karig : leven; een beurs. 3. niet ruim genoeg van opvatting : denkbeelden, mensen. Syn. beperkt, bevooroordeeld, eenzijdig, partijdig. Tgst. onpartijdig.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Bekrompen

. en bw. (-er, -st), 1. niet ruim: wonen, niet voldoende ruimte hebben; wij zitten hier bekrompen, te dicht op elkaar, benauwd; 2. bekrompen leven, zich in zijn uitgaven moeten beperken, min of meer armoedig; 3. bekrompen verstand, beperkt, klein, kortzichtig; bekrompen mensen, niet ruim en breed van opvatting, m.n. op ethisch en sociaal gebied, kl...