Wat is de betekenis van bekopen?

2025-05-14
*PREMIUM* Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2025-05-14
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bekopen

(bekocht, heeft bekocht), 1. als schuld moeten voldoen voor wat men misdreven heeft, thans inz. in het met de dood moeten bekopen, boeten; 2. zich aan iets bekopen, iets te duur kopen.

2025-05-14
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bekopen

bekopen - Werkwoord 1. (ov) iets ~ met een prijs ergens voor betalen Hij bekocht het met de dood. Hij overleed door de gevaarlijke actie hij had ondernomen. Woordherkomst Afgeleid van kopen met het voorvoegsel be-

2025-05-14
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

bekopen

bekopen - onregelmatig werkwoord uitspraak: be-ko-pen 1. ergens voor gestraft worden ♢ hij moest dit met de dood bekopen 2. iets te duur kopen ♢ ik voelde me bekocht toen ik mijn nieuwe jas in d...

2025-05-14
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Bekopen

v., bikeapje; met de dood —, mei de dea bitelje.

2025-05-14
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

bekopen

bekocht, h. bekocht (1 te duur betalen; 2 boeten voor iets, dat men verkeerd gedaan of misdaan heeft): 1. zie bekocht; 2. zegsw. het met de dood bekopen, boeten.

2025-05-14
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

bekopen

(bə'ko.’pən) (bekocht, heeft bekocht) 1. betalen inz, te duur betalen : zich aan iets -, het te duur kopen. 2. de onaangename, vooraf min of meer gekende gevolgen, ondergaan: iets met de dood -. Syn. betalen, bezuren, boeten.

2025-05-14
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Bekopen

(bekocht, heeft bekocht), 1. als schuld moeten voldoen voor wat men misdreven heeft, thans met name in: het met de dood moeten bekopen, boeten; 2. zich aan iets bekopen, iets te duur kopen.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-05-14
Etymologisch Woordenboek

Instituut voor de Nederlandse taal

bekopen

bekopen ww. 'voor iets boeten' categorie: geleed woord Mnl. becopen 'vergoeden, voor iets boeten' [1237; CG I, 32], heuet becocht 'heeft het moeten bekopen' [1285; CG II, Rijmb.]; vnnl. du hebstet metter doot becoft 'je zult het met de dood moeten bekopen' [1508; MNW-P]. Afleiding met ...