Wat is de betekenis van bekoorlijkheid?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bekoorlijkheid

bekoorlijkheid - Zelfstandignaamwoord 1. de hoedanigheid van het kunnen bekoren Je moet de bekoorlijkheid van het onderwerp niet onderschatten. Woordherkomst Afgeleid van bekoorlijk met het achtervoegsel -heid. Synoniemen aanlokkelijkheid, aanminnelijkheid, aanminnigheid, a...

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Bekoorlijkheid

s., bikoarlikens.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bekoorlijkheid

v. (.. heden), 1. (abstr.), innemende schoonheid ; 2. (concr.) wat bekoort; de bekoorlijkheden ener vrouw, eigenschappen waardoor zij bekoort, haar „charmes”.

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

bekoorlijkheid

v. bekoorlijkheden (dat, wat bekoort, verrukt): de bekoorlijkheid der ontwakende natuur.

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

bekoorlijkheid

v. (...heden) 1. Eig het behoorlijk zijn. 2. Metn. wat bekoorlijk is.

2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Bekoorlijkheid

v. (-heden), 1. (abstract) innemende schoonheid; 2. (concreet) wat bekoort: dat heeft zijn bekoorlijkheden; de bekoorlijkheden van een vrouw, eigenschappen waardoor zij bekoort, haar charmes.