Wat is de betekenis van beklemmen?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

beklemmen

beklemmen - Werkwoord 1. (ov) vasthouden in een klem Je moet het voorwerp goed beklemmen. 2. (ov) een bedrukt gevoel geven Dat spul beklemt me behoorlijk. 3. (ov) (juridisch) iemand onder beklemrecht brengen Wij zull...

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Beklemmen

v., biklamme, biklamje, biknipe, bisette, binearje.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Beklemmen

(beklemde, heeft beklemd), 1. als in een klem vastgrijpen ; 2. (fig.) benauwen ; 3. (recht.) onder beklemrecht brengen.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

beklemmen

beklemde, h. beklemd (1 vastknijpen, drukken, persen; 2 fig. benauwen): 1. zijn arm raakte beklemd; 2. een beklemmend gevoel.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

beklemmen

(bə'klemmən) (beklemde, heeft beklemd) vastknijpen, vastklemmen : zijn arm raakte beklemd tussen twee delen der machine. 2. benauwen : met een beklemd gemoed. 3. Recht, met het beklemrecht belasten.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Beklemmen

(beklemde, heeft beklemd), 1. als in een klem vastgrijpen; 2. (fig.) benauwen; 3. (recht) onder beklemrecht brengen.

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Beklemmen

BEKLEMMEN, (beklemde, heeft beklemd), bezetten; dringen; persen; — (recht.) onder onveranderlijke, onopzegbare pacht brengen.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)