Wat is de betekenis van Bekleeden?

2024-04-26
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Bekleeden

het bedekken of beschermen van grond, bouwwerk, enz., zoowel ter beschutting en tegen verzakking als voor andere doeleinden, o.a. ter versiering. Voor bekleeding kunnen verschillende materialen dienst doen, als: ijzer, steen, hout, rijshout, klei (> Bekleien).

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Bekleeden

BEKLEEDEN, (bekleedde,, heeft bekleed), met kleederen, met kleeden omhangen; beschieten, bedekken (met hout, lood, marmer enz.); — stoomketels bekleeden, overdekken met slechte warmtegeleidende stoffen; — eene kamer bekleeden, behangen; — stoelen bekleeden, van kussens voorzien; — versieren: het altaar bekleeden; —...

2024-04-26
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Bekleeden

Bekleeden, bw. gel. (ik bekleedde, heb bekleed), met kleederen -, met kleeden omhangen; bedekken (met hout, marmer enz.); (zeew.) een schip -; (bouwk.) beschoeijen; (fig.) een ambt -, waarnemen; met een ambt -, iem. een ambt opdragen. *...KLEEDING, v. (-en), bedekking; (fig.) vervulling; bekleedsel. *...KLEEDER, m. (-s), *...KLEEDSTER, v. (-s), d...

2024-04-26
Zeemans woordenboek

Jacob van Lennep (1865)

Bekleeden

b.w. - Bedekken, bewoelen, verzorgen tegen schuring of beschadiging of wrijving. Het buitenwerk van een schip bekleeden (het met dunne planken bedekken, er enden touw om heen woelen of het met leder benaaien.)