Wat is de betekenis van Bekleding?

v. (-en), 1. het bekleden; 2. wat dient om te bekleden, bedekking, stoffering, omwoeling enz. : een bekleding van touw, van zeildoek, van leer, van waterdicht linnen ; de bekleding der mijnputten.

bekleding - Zelfstandignaamwoord 1. een laag stof ter versiering en berscherming aangebracht op een hard oppervlak of een meubelstuk ♢ De bekleding van die stoel raakt los, die moeten we binnenkort laten repareren. Woordherkomst Naamwoord van handeling van bekleden met het achtervoeg...

bekleding - Laag materiaal die wordt gebruikt om de binnenkant of het oppervlak van iets te bedekken, ter versterking of bescherming.

bedekking (met ‘n stof); vervulling (amp); voering.

s., biklaeijing, biklaeisel (it).

is in pionierkunst of vestingbouw nodig tot het steil opzetten van aarden taluds, bijv. aan de binnenzijde van een borstwering, en geschiedt door middel van bijzondere bekledingsmaterialen, oudtijds meestal schanskorven enfascines, in latere tijd zandzakken, planken, rondhout, terwijl in de veldoorlog ook afbraak van huizen (deuren, luiken enz.) wo...

v. bekledingen (1 de handeling van het bekleden, inz. in bet. 1; 2 wat tot het bekleden in bet. 2 dient): 1. dun hout tot bekleding van ketels; 2. e. bekleding van gummi.

(bə'kle:ding) v. (-en) 1. Eig. het bekleden. 2. Metn. wat tot bekleding dient : een van waterdicht linnen; de van een →kabel.

v. (-en), 1. het bekleden; 2. wat dient om te bekleden, bedekking, stoffering, omwoeling enz.: een bekleding van touw, van zeildoek, van leer, van waterdicht linnen; de bekleding van mijnputten.