Wat is de betekenis van Bekkig?

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bekkig

bn., 1. (van paarden) stevig het bit vasthoudend, hard van lagen; 2. (van mensen) een grote bek hebbende, brutaal: onze nieuwe meid is te bekkig, zij moet weg.

2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

bekkig

bn. (fig. brutaal): de meid is wat bekkig.

2024-03-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

bekkig

bn. en bw. (-er, -st) brutaal : -e wijven.

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Bekkig

BEKKIG, bn. (van paarden) stevig het bit vasthoudend, hard van lagen; — (van menschen) een grooten bek hebbende, brutaal: onze nieuwe meid is te bekkig, zij moet weg.

Gerelateerde zoekopdrachten