Wat is de betekenis van Behaaglijk?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

behaaglijk

behaaglijk - Bijvoeglijk naamwoord 1. aangenaam warm en gezellig Er heerste een behaaglijk gevoel in die ruimte. 2. tevreden, op zijn gemak Hij is een behaaglijke man. Woordherkomst Naamwoord van handeling van behagen met het achtervoeg...

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

behaaglijk

behaaglijk - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: be-haag-lijk 1. wat prettig aanvoelt ♢ wat is het behaaglijk warm hier in huis! Bijvoeglijk naamwoord: be-haag-lijk ... is behaaglijker dan ... ...

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Behaaglijk

adj. & adv., (bi)haechlik, noflik, sinlik, smûk, gefallich; (voor het oog), eachlik, sjoch.

2024-04-19
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Behaaglijk

bn. bw. (-er, -st), geschikt om te behagen, welgevallig: een velen behaaglijke afwisseling; — tevreden stemmend, aangenaam: een behaaglijk gevoel; een behaaglijke warmte; het ziet er hier behaaglijk uit, gezellig, uitlokkend; — zich behaaglijk voelen, op zijn gemak, thuis; — bw.: zich b...

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

behaaglijk

1. bn. (aangenaam): de behaaglijke koelte der tuinkamer; 2. bw. (met welgevallen; zó, als iem. aangenaam aandoet): behaaglijk zijn kopje thee slurpen; zich behaaglijk uitstrekken.

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

behaaglijk

bn. en bw. (-er, -st) 1. geschikt om te behagen ; een -e afwisseling. 2. aangenaam van gewaarwording : een -e koelte; zich gevoelen, uitstrekken. Syn. →: aangenaam.

2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Behaaglijk

bn. en bw. (-er, -st), welgevallig; aangenaam: een behaaglijk gevoel; een behaaglijke warmte; het ziet er hier behaaglijk uit, gezellig, uitnodigend; zich behaaglijk voelen, op zijn gemak, thuis.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Behaaglijk

BEHAAGLIJK, bn. bw. (-er, -st), geschikt om te behagen, welgevallig; eene behaaglijke afwisseling; — aangenaam een behaaglijk gevoel; (w. g.) innemend een behaaglijk meisje; het ziet er hier behaaglijk uit, gezellig, uitlokkend; — zich behaaglijk maken, zich aangenaam maken; (ook) een aangenamen indruk maken; — zich behaaglijk u...