Wat is de betekenis van begroten?

begroten - Werkwoord 1. de grootte (bedrag, aantal) van iets met een calculatie inschatten ♢ De baten zijn vooraf moeilijk te begroten. ♢ De afzet voor het komende jaar is begroot op 120.000 stuks. Woordherkomst Afgeleid van groot of groten...

begroten - regelmatig werkwoord uitspraak: be-gro-ten 1. uitrekenen hoeveel het gaat kosten ♢ de verbouwing is begroot op 100.000 euro Regelmatig werkwoord: be-gro-ten ik begroot jij/u b...

v., bigreatsje.

...

(begrootte, heeft begroot), 1. bij schatting bepalen hoe groot iets is of zal worden (onkosten, een ruimte, een afstand); voorlopig berekenen: een werk begroten; de (on)kosten begroot ik op honderd gulden; het aantal doden begroot men op meer dan duizend; 2. (gew.) dat begroot mij te veel, dat komt mij te duur uit; &mdas...

begrootte, h. begroot (bij schatting de waarde, de hoeveelheid, de afstand bepalen; ramen): de kosten begroten, schatten; zegsw. gew. dat begroot mij, a) dat komt mij te duur uit, b) dat doet mij leed, spijt mij.

(begrootte, heeft begroot) 1. bij gissing bepalen : de onkosten -; het getal schepen wordt op 700 begroot. Syn. ramen, schatten, waarderen. 2. van gewicht zijn : het geld begroot hem zeer. 3. aan het hart gaan : het begroot me zo van die arme vrouw.

(begrootte, heeft begroot), bij schatting bepalen hoe groot iets is of zal worden (onkosten, een ruimte, een afstand): een werk begroten; de onkosten begroot ik op honderd gulden.

...