Wat is de betekenis van begoocheling?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

begoocheling

begoocheling - Zelfstandignaamwoord 1. het iemand in een waan brengen Woordherkomst Naamwoord van handeling van begoochelen met het achtervoegsel -ing. Synoniemen bedrog

2024-04-25
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

begoocheling

(de, -en) zich (geen) begoochelingen maken, zich (geen) illusies maken. Thuisploeg Oostkamp draait momenteel op volle toeren en streeft nog een dichte ereplaats na. Koekelare, in volle degradatie-strijd gewikkeld, moet zich dan ook weinig begoochelingen maken. - LN, 15-02-2003.

2024-04-25
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

begoocheling

Pur. voor: illusie; vooral in de verb. zich (geen) begoochelingen maken. Maak U maar geen begoochelingen! Moesten wij, activisten, het pleit verliezen, dan is binnen honderd jaar, ons Vlaanderen even reddeloos verloren als Frans-Vlaanderen het nu is, BRULEZ 1950, 134. De woordvoerder vroeg de openbare opinie zich geen begoochelingen te make...

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Begoocheling

v. (-en), 1. het begoochelen; 2. verblinding; zelfbedrog; — illusie.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

begoocheling

v. begoochelingen (gezichtsbedrog; [zelfmisleiding).

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

begoocheling

v. (-en) bedrog, misleiding.

2024-04-25
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)