Wat is de betekenis van beginselloos?

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

beginselloos

beginselloos - Bijvoeglijk naamwoord 1. zonder beginsel Deze opportunistische man was volkomen beginselloos, hij deed altijd precies wat hem op dat moment het beste uitkwam. Woordherkomst afgeleid van beginsel met het achtervoegsel -loos

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Beginselloos

bn. bw., zonder beginselen (in de bet. 5.): een beginselloze politiek, niet door vaste beginselen bestuurd.

2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Beginselloos

bn. (...loze) en bw. zonder beginselen beginselloosheid v.

2024-04-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Beginselloos

bn. en bw., zonder enig beginsel.

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Beginselloos

BEGINSELLOOS, bn. bw. zonder beginselen: eene beginsellooze politiek, niet door vaste beginselen bestuurd; (w. g.) gewetenloos. BEGINSELLOOSHEID, v.