Wat is de betekenis van Beetje?

2024-03-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

beetje

1) (1960) (inf.) (bijv. naamw.) van enig belang; bijvoorbeeld: een beetje verzamelaar `iemand die al een mooie verzameling van iets heeft'; een beetje boekhandel `een goed voorziene boekhandel' enz. • Een béétje Libanees heeft wel een broer in Amerika. (Piet Bakker: De grote reportage. 1960) • Dichter bij huis is de uitdruk...

2024-03-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

beetje

beetje - Zelfstandignaamwoord 1. een ~; een kleine hoeveelheid Jan heeft een beetje water gedronken. 2. enigszins een eigenschap hebbend Maxima vond Willem-Alexander een beetje dom. beetje - Zelfstandignaamwoord 1. verklei...

2024-03-28
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Beetje

Een van de vele borrel namen die benadrukken dat de genoten versnapering nauwelijks kwaad kan, omdat het maar zo'n verdomd kleine hoeveelheid is. Na een beetje kon men nog makkelijk een druppel hebben, en vervolgens bijvoorbeeld een kleinig- heid of een slokje. Beetje staat sinds 1898 in de Grote Van Dale voor 'glaasje jenever'. In Gent en omstreke...

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

beetje

beetje - zelfstandig naamwoord, bijwoord uitspraak: beet-je 1. een kleine hoeveelheid ♢ heb je een beetje melk voor me? 1. alle beetjes helpen [het is niet gauw te weinig] ...