beetje
...
Ontdek ons tijdschrift
en lees alles over taal uit Nederland en Vlaanderen*Zolang de voorraad strekt
Van Dale Uitgevers (1950)
o. (-s), 1. kleine hap: meton.: lekkere beetjes, lekkere spijzen; — bij uitbr.: kleine hoeveelheid: je moet er een beetje suiker in doen; — hij heeft maar een klein beetje, een klein gedeelte, een klein aantal; — glaasje jenever; — hij is niet bang voor een beetje, hij is onverschrokken; (ook) hij...
Marc De Coster (2020-2025)
1) (1960) (inf.) (bijv. naamw.) van enig belang; bijvoorbeeld: een beetje verzamelaar `iemand die al een mooie verzameling van iets heeft'; een beetje boekhandel `een goed voorziene boekhandel' enz. • Een béétje Libanees heeft wel een broer in Amerika. (Piet Bakker: De grote reportage. 1960) • Dichter bij huis is de uitdruk...
Wiktionary (2019)
beetje - Zelfstandignaamwoord 1. een ~; een kleine hoeveelheid ♢ Jan heeft een beetje water gedronken. 2. enigszins een eigenschap hebbend ♢ Maxima vond Willem-Alexander een beetje dom. beetje - Zelfstandignaamwoord 1. verklei...
Ewoud Sanders (2019)
Een van de vele borrel namen die benadrukken dat de genoten versnapering nauwelijks kwaad kan, omdat het maar zo'n verdomd kleine hoeveelheid is. Na een beetje kon men nog makkelijk een druppel hebben, en vervolgens bijvoorbeeld een kleinig- heid of een slokje. Beetje staat sinds 1898 in de Grote Van Dale voor 'glaasje jenever'. In Gent en omstreke...
Muiswerk Educatief (2017)
beetje - zelfstandig naamwoord, bijwoord uitspraak: beet-je 1. een kleine hoeveelheid ♢ heb je een beetje melk voor me? 1. alle beetjes helpen [het is niet gauw te weinig] ...
Marc de Coster (1998)
1. gebruikt als bijvoeglijk naamwoord, bijv. in een beetje verzamelaar‘iemand die al een mooie verzameling van iets heeft’; een beetje boekhandel‘een goed voorziene boekhandel’ enz. Beetje wordt hier dus gebruikt in de bet. ‘van enig belang’. In het begin van de jaren zestig, nadat Toon Hermans het woord in deze zin populair maakte, dook dit cliché...
Dr. E. Schröder (1980)
Het woord beetje is een verkleinwoord van beet en beet hoort bij bijten zoals greep bij grijpen, leed bijlijden enz. Een beetje is dus eigenlijk: een hap, een mondvol, een stukje. Vandaar de meer algemene betekenis: kleine hoeveelheid. Men zegt: van stukje tot beetje voor: achtereenvolgens (alle onderdelen van een zaak behandelen). Langzamerhand is...
J. van Donselaar (1936)
: een beetje bw. uitdr., (als verzwakkende toevoeging aan een ww. ook:) even(tjes). Waarom stopt U niet een beetje en doet ons het genoegen met ons het middagmaal te gebruiken (Helman 1954a: 23). Het is de bedoeling dat wij gewoon een beetje gezellig bij elkaar zitten (Dobru 1969: 44). Hij zingt een spaans liefdeslied voor haar, omhelst haar een be...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: