Wat is de betekenis van beestachtig?

2024-04-17
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

beestachtig

(1989) (jeugd) heel goed: 'De nieuwe gitarist speelde beestachtig'. • (Marc Hofkamp & Wim Westerman: Aso’s, bigi’s, Crimi’s. Jongerentaalwoordenboek. 1989) • (C.A.J. Hoppenbrouwers: Jongerentaal: de tipparade van de omgangstaal. 1991) • Vorige week is Jean-Pierre met Jean-Marie mee geweest naa...

2024-04-17
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

beestachtig

beestachtig - Bijvoeglijk naamwoord 1. zo slecht dat het niet meer menselijk is maar als van een beest Genocide is beestachtig gedrag dat juist heel menselijk is. Woordherkomst afgeleid van beest met het achtervoegsel -achtig

2024-04-17
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

beestachtig

beestachtig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: beest-ach-tig 1. als beesten, schandalig ♢ hun gedrag was beestachtig Bijvoeglijk naamwoord: beest-ach-tig ... is beestachtiger dan ... het...

2024-04-17
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

beestachtig

bn., bw., erg, verschrikkelijk, schandalig. Jullie beestachtige bendelingeni Jullie denken dat is zo makkelijk gaat van zelf no?! (Cairo 1976: 116). Dan kon hij de stank niet ruiken, die eruit kwam, want stinken dat die lijken deden, beestachtig (Hijlaard 78). Etym.: AN b. = dierlijk; verregaand onhebbelijk. Vgl. E beastly = verschrikkelijk, weerzi...

2024-04-17
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Beestachtig

adj. & adv., beestich, beesteftich, dierlik.

2024-04-17
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Beestachtig

bn. bw. (-er, -st), 1. als (van) een beest, dierlijk: beestachtige uitspattingen; zich beestachtig gedragen; 2. op verregaand onhebbelijke wijze: beestachtig te keer gaan, optreden; 3. als bw. van graad: ’t was beestachtig koud; beestachtig vervelend; 4. (gewest.) van beesten houdende.

2024-04-17
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

beestachtig

bn., bw. (als van een beest, dierlijk, gemeen): wat een beestachtig lawaai; zich beestachtig gedragen; beestachtig te keer gaan.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-17
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

beestachtig

(be:stachtəch) bn. en bw. (-er, -st) als (van) een beest, gemeen, brutaal : een lawaai; zich gedragen.