Wat is de betekenis van beelderig?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

beelderig

beelderig - Bijvoeglijk naamwoord 1. fraai en lief maar niet in een al te hoogdravende zin van het woord Toen Michael Jackson gisteren gekleed in een beelderig wit ensemble verscheen in de rechtbank van Santa Maria, Californië, stonden zevenenvijftig tv-satelliettrucks in stelling om vrijwel niets in...

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Beelderig

bn. bw. (-er, -st), beeldschoon (niet van personen, alleen van niet-verheven dingen), snoeperig, heel mooi: een beelderig hoedje; — ook als bw. van graad: ’t is beelderig mooi.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

beelderig

bn., bw. (in-mooi zeer lief, verrukkelijk, iets minder edel dan beeldschoon); een beelderig hoedje; een toilet beelderig mooi.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

beelderig

('be:ldərəch) bn. en bw. (-er, -st) fraai, verrukkelijk : een hoedje; mooi.

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Beelderig

bn. en bw. (-er, -st), beeldschoon (niet van personen), snoeperig, heel mooi: een beelderig hoedje.

2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Beelderig

BEELDERIG, bn. bw. (-er, -st), beeldschoon, lief, zeer fraai, verrukkelijk een beelderig hoedje; ‘t is beelderig mooi.

2024-04-26
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Beelderig

Beelderig, bn. zeer fraai, verrukkelijk.