Wat is de betekenis van Beediging?

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

beëdiging

beëdiging - Zelfstandignaamwoord 1. de bekrachtiging van een functie door de afname van een eed/gelofte. De beëdiging van de nieuwe koning wordt gevolgd door de inhuldiging. Woordherkomst Naamwoord van handeling van beëdigen met het achtervoegsel -ing

2024-03-29
Begripppenlijst Tweede Kamer

Winish Ganesh (2012)

Beediging

Een beëdiging is het trouw zweren aan de Grondwet en vindt plaats voordat een persoon in een bepaalde openbare functie werkzaam zal zijn. In bepaalde openbare functies is het vereist dat de werknemer zich onthoudt van bepaalde soorten gedragingen en dient hij integer zijn werkzaamheden te verrichten. Wanneer er bijvoorbeeld landelijke verkiezingen...

2024-03-29
Lexicon van het Koninklijk Huis

F.J.J. Tebbe (2005)

beëdiging

Het afnemen en/of afleggen van een eed of belofte bij het aanvaarden van een ambt of voorafgaand aan een getuigenis. Een eed wordt in Nederland besloten met een godsdienstige bevestiging (‘Zo waarlijk helpe mij God almachtig!’). De eed wordt staande afgelegd, waarbij twee vingers van de rechterhand worden opgestoken. Sinds 1848 is het v...

2024-03-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Beëdiging

s., biëdiging.

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Beëdiging

v. (-en), 1. bekrachtiging door een eed; 2. het afnemen van een eed: de beëdiging der nieuwe gemeenteraadsleden zal morgen plaats hebben.

2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

beëdiging

v. beëdigingen (onder eedstelling); de beëdiging der getuigen.

2024-03-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

beëdiging

v. (-en).

2024-03-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Beëdiging

v. (-en), 1. bekrachtiging door een eed; 2. het afnemen van een eed: de beëdiging van de rechter zal morgen plaatsvinden.