Wat is de betekenis van beduvelen?

2024-04-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

beduvelen

(1912) (inf.) bedriegen. Syn.: belatafelen*; belazeren*. • Laaielichter, gappers ben jelui, maar mijn ken je niet beduvele.... (Justus van Maurik: Op reis en thuis. 1912) • Mm hm.... je mot me niet beduvelen, jonge vrind.... (Nederland. Jaargang 67. 1915) • Heb je ze beduveld met die kasboekenrommel? (Ed Coenraads: Eil...

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

beduvelen

beduvelen - Werkwoord 1. (informeel) bedriegen Woordherkomst afgeleid van duvelen met het voorvoegsel be- Synoniemen bedotten, besodemieteren, beetnemen, om de tuin leiden, belazeren, bedonderen

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Beduvelen

(beduvelde, heeft beduveld), 1. bedriegen; zegsw.: de kluit beduvelen; 2. voor de mal houden.

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-25
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)