beduidend
beduidend - Werkwoord 1. onvoltooid deelwoord vanbeduiden beduidend - Bijvoeglijk naamwoord 1. aanzienlijk, veel ♢ Hij kreeg een beduidende erfenis van zijn tante.
Wiktionary (2019)
beduidend - Werkwoord 1. onvoltooid deelwoord vanbeduiden beduidend - Bijvoeglijk naamwoord 1. aanzienlijk, veel ♢ Hij kreeg een beduidende erfenis van zijn tante.
Dr. S. Theissen (1978)
A) Een beduidende winst; B) De winst is beduidend; C) De winst is beduidend toegenomen. Dit is een van de meest besproken germanismen. Bijna alle puristen keuren het af, zonder een verschil te maken tussen het adjectief (attributief [A] en predikatief en het bijwoord [C]. Als Nederlands equivalent stellen ze ‘aanmerkelijk' of ‘aa...
Van Dale Uitgevers (1950)
bn., 1. betekenis hebbende; 2. van betekenis, van gewicht, van belang: een beduidende som; beduidende verliezen. [Opm. Attributief is beduidend in deze bet. geen stellig germ., maar wordt thans wel als zodanig gevoeld; het praedicatieve gebruik is wel een stellig germ. en dus volstrekt afkeurenswaardig.]
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn., 1. betekenis hebbende; 2. van betekenis, van gewicht, van belang: een beduidende som; beduidende verliezen. Opm.: attr. is beduidend in deze betekenis geen stellig germ. maar wordt thans wel als zodanig gevoeld; het predikatieve gebruik is wel een stellig germ. en dus volstrekt afkeurenswaardig.
J.H. van Dale (1898)
BEDUIDEND, bn. bw. {geen germanisme) beteekenis hebbende; van beteekenis, van gewicht, van belang eene beduidende som; beduidende verliezen, aanzienlijke.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: