Wat is de betekenis van bedrogen?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bedrogen

bedrogen - Werkwoord 1. meervoud verleden tijd van 3=1 ♢Wij bedrogen ♢Jullie bedrogen ♢Zij bedrogen 2. voltooid deelwoord van 3=1 Woordherkomst voltooid deelwoord van bedriegen maar met een klinkerwisseling ie-oo...

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Bedrogen

adj., bikaeid; — uitkomen, op in bidragen ein útkomme, fan boppen komme, forkeard út-, weikomme.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bedrogen

bn., om de tuin geleid; teleurgesteld: bedrogen uitkomen.

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

bedrogen

(bə'dro:gən) verl. deelw. van bedriegen.

2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Bedrogen

bn., om de tuin geleid; teleurgesteld: bedrogen uitkomen; zich bedrogen vinden.

2024-04-19
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Bedrogen

BEDROGEN, bn. om den tuin geleid; teleurgesteld bedrogen uitkomen.

2024-04-19
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Bedrogen

Bedrogen, vd. en bn. om den tuin geleid; teleurgesteld. *...DROPPELEN, bw. gel. (ik bedroppelde, heb bedroppeld), dropswijze begieten. *...DRUIPEN, bw. ong. (ik bedroop, heb bedropen); (fig.) zich -, zijn kostje winnen; leven kunnen. *...DRUIPING, v. gmv. het bedruipen. *...DRUIPLEPEL, m. lepel tot bedruiping.