Wat is de betekenis van bedrijvend?

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bedrijvend

bedrijvend - Werkwoord 1. onvoltooid deelwoord vanbedrijven

2024-04-24
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

bedrijvend

bedrijvend - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: be-drij-vend 1. zinsvorm waarin het onderwerp de handeling of werking verricht ♢ de zin 'Jan aait de hond' staat in de bedrijvende vorm Bijvoeglijk naamwoord: be-drij-vend ...

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bedrijvend

bn., (taalk.) bedrijvend werkwoord, werkwoord dat een lijdend voorwerp bij zich kan hebben, ook overgankelijk werkwoord genoemd; — bedrijvende vorm van een werkw., vorm waarbij ’t onderwerp werkend is, (tegenover de lijdende vorm.)

2024-04-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

bedrijvend

bn. spraakk. actief, niet-passief, niet-lijdend).

2024-04-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Bedrijvend

bn., (taalk.) bedrijvende vorm van een werkwoord, vorm waarbij het ond. werkend is, handelt, bestaat enz. (tegenover de lijdende vorm): ik kan, ik wil, ik doe, ik loop, ik besta zijn alle bedrijvende vormen; bedrijvend werkwoord, ook: overg. ww., ww. dat een lijdend voorw. bij zich kan hebben.

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Bedrijvend

BEDRIJVEND, bn. verrichtende; — (taalk.) bedrijvend werkwoord, werkwoord dat een lijdend voorwerp bij zich kan hebben, ook overgankelijk werkwoord genoemd; — bedrijvende vorm van een werkw., vorm waarbij ’t onderwerp werkend is, (tegenover den lijdenden vorm.)

2024-04-24
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)