Wat is de betekenis van bedoeling?

bedoeling - zelfstandig naamwoord uitspraak: be-doe-ling 1. wat bedoeld wordt ♢ ze begrijpen mijn bedoeling niet 2. wat je wilt bereiken ♢ mijn bedoeling is 1000 euro op te halen Zelf...

oogmerk, doel.

s., bidoeling, taliz; het ligt in de —, it is it doel, de bidoeling; de — zijn, foarsitte; met een goede —, út goederbêst(ens), út ’e goesoarch; ronduit zijn — zeggen, op it stik oan prate; dat is mijn — niet, dat is myn sizzen net.

...

v. (-en), het bedoelen; doel, oogmerk: met een goede bedoeling iets doen, zeggen, nalaten ; onedele bedoelingen : — met bedoeling iets zeggen, met een bepaald oogmerk buiten de letterlijke inhoud van het gezegde.

v. bedoelingen, bedoelinkje (1 doel, oogmerk; 2 iets, dat men zijdelings te kennen geeft, terwijl men iets anders zegt): 1. goede bedoelingen; we deden het met de beste bedoeling; het ligt in mijn bedoeling, om; zonder bepaalde bedoeling; 2. ik ben erg tevreden, erg, zei ik met bedoeling.

v. (-en) 1. Eig. het bedoelen : iets ligt in, buiten iemands of ver van zijn-. Syn. doel, doeleinde, doelwit, mikpunt, oogmerk, opzet, plan. 2. Metn. iets dat men zijdelings bedoelt, terwijl men iets anders zegt : ik ben erg tevreden! sprak zij met -.

v. (-en), doel: met een goede bedoeling iets doen; onedele bedoelingen; met bedoeling iets zeggen, met een bepaald oogmerk buiten de letterlijke inhoud van het gezegde; dat was niet de daarop was het niet aangelegd; (ook) dat is niet wat wij wensten.

...