Wat is de betekenis van Bedisselen?

bedisselen - Werkwoord Woordherkomst afgeleid van dissel met het voorvoegsel be- en met het achtervoegsel -en Synoniemen regelen, bijschaven, beredderen, betuttelen, afspreken

v., bidigenje, bidichenje, bidraeije, bigrúskje, biheisterje, biknoffelje, bilizze, binjeskje, bioarderje, bireagje, biriere, bireare, biruorje, biruorkje, biskaeije, biskeuke, bisleiferje, bistuiterje, bistoaterje, biteisterje, bitikselje, bitsjûkselje, skoeije.

(bedisselde, heeft bedisseld), eig. met de dissel bewerken, gladmaken; (fig.) op eigen gelegenheid in orde brengen, beredderen: dat zal ik wel bedisselen ; hij heeft altijd wat te bedisselen ; — dat is in 't geheim en buiten mij om bedisseld, afgesproken, beraamd (en al of niet ten uitvoer gebracht).

bedisselde, h. bedisseld (met de dissel bewerken; fig. in orde brengen, regelen, beredderen): een zaakje bedisselen.

(əd'disssələn) (bedisselde, heeft bedisseld) 1. met de dissel bewerken. 2. in orde brengen : een zaak -. bedisseling v.

(bedisselde, heeft bedisseld), eig. met de dissel bewerken, gladmaken; (fig.) op eigen gelegenheid in orde brengen, beredderen: dat zal ik wel hij heeft altijd wat te bedisselen; dat is in t geheim en buiten mij om bedisseld, afgesproken, beraamd, bed'jasje, o. (-s), (warm) jasje voor dames dat bij het opzitten in bed over de nachtkleding gedr...

...

...

BEDISSELEN, (bedisselde, heeft bedisseld), met den dissel bewerken, gladmaken; (fig.) in orde brengen, beredderen: dat zal ik wel bedisselen; dat is in ’t geheim en buiten mij om bedisseld, besproken, beraamd, ten uitvoer gebracht; — hij heeft altijd wat te bedisselen, hij moet altijd nog wat doen, verrichten, voor hij zich rust gunt. B...